Voor het tweede jaar op rij heeft FINN de niet-financiële rapportering van een 50-tal grote Belgische ondernemingen geanalyseerd, in het bijzonder met betrekking tot hun emissies. Heeft de pandemie de communicatie-inspanningen van grote Belgische bedrijven versneld of vertraagd?

Taxonomie

Na een 2019 dat in het teken stond van de invoering van de Europese Green Deal, was 2020 een jaar van versnelde CO2-ambities op politiek niveau.

Het Europees Parlement heeft de verordening tot vaststelling van de groene taxonomie van de Europese Unie aangenomen, die vanaf eind dit jaar (deels) in werking treedt. In een groot aantal sectoren bepaalt deze taxonomie een drempel voor CO2-uitstoot – wie daar boven zit, kan zich als bedrijf niet als “groen” bestempelen.

De bedoeling is om de milieuprestaties van bedrijven transparanter te maken, zodat financiële beleggers kunnen kiezen voor bedrijven die echt bijdragen aan de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs. In een tijd waarin de vraag naar financiële producten met het “ESG”-label (milieu-, sociale en governance-criteria) financiële producten explosief toeneemt, staat er dus enorm veel op het spel voor de toegang tot de kapitaalmarkt.

Larry Fink, de invloedrijke CEO van BlackRock, vraagt in zijn traditionele jaarlijkse brief aan CEO’s om een plan te publiceren waaruit blijkt hoe hun bedrijfsmodel verenigbaar is met een koolstofneutrale economie tegen 2050, en hoe dit plan past in hun langetermijnstrategie. Zoals ’s werelds grootste vermogensbeheerder opmerkt, wordt van ondernemingen nu een consistente verslaggeving verlangd die stakeholders toelaat om objectief de prestaties van bedrijven te vergelijken.

De EU plant daarbovenop ook een nieuwe richtlijn inzake de publicatie van niet-financiële informatie. Hierdoor zullen alle grote Europese ondernemingen vanaf 2024 verplicht zijn een verslag te publiceren dat aan de nieuwe normen voldoet.

Rechterlijke druk

De laatste maanden is ook gebleken dat de druk op ondernemingen niet langer alleen van politieke of financiële aard is. Ook vanuit de rechterlijke macht is er druk.

In een recente uitspraak heeft een Nederlandse rechtbank oliegigant Shell opgedragen zijn CO2-uitstoot tegen 2030 met 45% te verminderen. Als deze zaak in hoger beroep wordt bevestigd en als precedent gaat gelden, kan elk bedrijf gedwongen zijn om zijn indirecte emissies niet alleen te meten, maar ook aan te pakken.

Belgische bedrijven en hun koolstofrapportering in 2021: analyse 

FINN In 2021 rapporteerde 71% van de onderzochte bedrijven nauwkeurig over hun uitstoot

Sommige grote ondernemingen beperken hun communicatie nog steeds tot vage intentieverklaringen of holle frasen, maar hun aantal neemt af. In één jaar tijd stijgt het aantal bedrijven dat min of meer nauwkeurig rapporteren over hun uitstoot van 64% naar 71%.

Ook het aantal ondernemingen dat een nauwgezette en representatieve uitstootbalans publiceert, stijgt van 50% tot 63%.

Een voorbeeld is Vandemoortele, dat in 2020 voor het eerst zijn koolstofvoetafdruk heeft berekend.

Ontex voegt dit jaar indirecte “scope 3”-emissies toe aan zijn publicatie, terwijl Econocom, Ethias en Agfa Gevaert ook vooruitgang hebben geboekt in hun rapporteringscijfers.

Om gelijke tred te houden met de nieuwe realiteit, verbindt Belfius zich er in zijn verslag zelfs toe om in de toekomst rekening te houden met alle belangrijke emissiefactoren die verband houden met telewerken.

Voor 19 van de 55 bedrijven in onze steekproef is het nog steeds onmogelijk de werkelijke hoeveelheid emissies te kennen die zij jaarlijks genereren.

Koolstofdoelstellingen in de lift

Verscheidene bedrijven hebben ook vooruitgang geboekt bij het formuleren van hun doelstellingen. Zo hebben 14 van de 54 onderzochte bedrijven (26%) voor het eerst hun emissiereductiedoelstellingen vastgesteld, of ze verhoogd of geactualiseerd. Deze grote inspanning toont duidelijk dat bedrijven hun niet-financiële rapportering ter harte nemen.

Greenyard heeft, net als Vandemoortele, voor het eerst toegezegd om binnen twee jaar duidelijke, wetenschappelijk onderbouwde streefcijfers vast te stellen, in lijn met het wereldwijde reductietraject dat in de akkoorden van Parijs is vastgelegd.

Bovendien neemt een groeiend aantal bedrijven niet langer genoegen met verre doelstellingen (zoals koolstofneutraliteit in 2050). Velen hebben 2025 of 2030 vastgesteld als de eerste mijlpaal voor hun evaluatie van hun doelstellingen rond emissies.

Beursgenoteerde bedrijven blijven leiders in communicatie rond emissies

Gedreven door een grotere cultuur van transparantie, blootstelling aan de financiële markten en hun wettelijke verplichtingen, onthullen de meeste grote Belgische beursgenoteerde bedrijven hun emissies (minstens scope 1 en 2) en hun doelstellingen. Dat geldt ondermeer voor de Bel20-sterkhouders UCB, Solvay en Proximus.

Daarentegen lopen de grote familiebedrijven – en daar zijn er veel van in België – vaak achter met hun koolstofcommunicatie. Hetzelfde geldt voor sommige ondernemingen waarvan de belangrijkste aandeelhouders overheidsinstanties zijn.

Net zoals vorig jaar hebben we in de communicatie van Alcopa, Sonaca, VanHool (tenzij via de ontwikkeling van meer ecologische bussen) of Nethys (tenzij via hun energieactiviteiten) geen CO2-rapportering of zelfs maar een verwijzing naar de strijd tegen de klimaatverandering teruggevonden. 

Conclusies

De overgrote meerderheid van de bedrijven heeft begrepen dat de uitdaging om hun activiteiten koolstofvrij te maken, van cruciaal belang is. De rapportageverplichtingen voor CO2-inspanningen van alle belanghebbenden zullen de komende jaren alleen maar toenemen.

Bedrijven mogen dat niet zien als een bedreiging of een inmenging in hun werking. Een goede CO2-communicatie biedt elk bedrijf de kans om zich te positioneren als een winnende speler in de groene transitie, één van de belangrijkste assen van de Belgische en Europese economische herontwikkeling voor de volgende jaren.

Methodologie

Wij hebben ondernemingen opgenomen met een Belgische kapitaalbasis, waarvan de omvang wordt gemeten op basis van hun omzet voor 2019. We hebben financiële holdings en handelsondernemingen uit de steekproef verwijderd.

Onze analyse is gebaseerd op de meest recente jaarverslagen die vóór 8 juni 2021 zijn gepubliceerd (zowel financieel als MVO/duurzaamheid), en op de bedrijfswebsites van deze ondernemingen.

Wij hebben ze geanalyseerd aan de hand van 5 vragen:

  • Geeft de onderneming uiting aan haar engagement voor duurzaamheid en/of presenteert zij concrete initiatieven?
  • Doet de onderneming aan specifieke duurzaamheidsrapportage, met inbegrip van kwantitatieve gegevens?
  • Heeft het bedrijf zijn koolstofvoetafdruk met ondersteunende cijfers gepubliceerd?
  • Wat is de reikwijdte (1, 2, 3)[1]?
  • Communiceert het bedrijf duidelijke en gekwantificeerde CO2-reductiedoelstellingen (op groepsniveau)?

Ons onderzoek is niet bedoeld om een oordeel te vellen over de decarbonisatieambities, de afstemming ervan op de doelstellingen van de akkoorden van Parijs, de keuze van de “metriek” of de geloofwaardigheid van de plannen van de bedrijven, maar wel over de manier waarop zij hierover communiceren.

Any project in mind?