Tegen de achtergrond van een toenemende vraag naar duurzaamheid en ESG rapportering analyseerde FINN de zogenaamde niet-financiële informatie van 55 grote Belgische bedrijven. We focusten daarbij op hun rapportering over (CO2-)emissies of koolstofafdruk. De tijd van greenwashing is over, zo blijkt daaruit, maar er is nog werk aan de winkel. Wat kunnen we leren van de ‘best in class’?

Context: verplichtingen rond niet-financiële informatie worden strenger

In 2019 bewoog er behoorlijk wat in het kader van de strijd tegen klimaatverandering. Verschillende grote lidstaten engageerden zich tot actie, en de Europese Unie kondigde zijn Green Deal aan.

Het onderwerp blijft ook in 2020 bovenaan op de agenda van de Europese Commissie staan – coronavirus of niet.

Tegen het einde van het jaar wordt een herziening verwacht van de richtlijn over de rapportering van niet-financiële informatie door bedrijven. Daarnaast was er een akkoord over de oprichting van een taxonomie voor duurzame investeringen binnen de Europese Unie.

Ook de economische en financiële actoren voeren het tempo op. Zo krijgen de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures van de Financial Stability Board steeds meer bijval.

In zijn laatste jaarlijkse brief aan CEO’s benadrukt BlackRock’s invloedrijke CEO Larry Fink dat de strijd tegen de klimaatverandering de kern vormt van het nieuwe investeringsbeleid. Bij gebrek aan een nauwkeurige rapportering over de klimaatrisico’s van een bedrijf, zegt hij, zullen beleggers geneigd zijn te concluderen dat een bedrijf deze risico’s niet goed beheert – en dat zal door de beurzen bestraft worden.

Niet-financiële informatie: ook in België neemt de druk toe

België zette de eerder genoemde Europese richtlijn al in 2017 in wetgeving om. Organisaties “van openbaar belang” (lees: beursgenoteerde bedrijven en financiële instellingen) zijn verplicht om verslag uit te brengen over hun niet-financiële beleid, bijvoorbeeld inzake milieu en sociaal beleid.

Rapporteren over de koolstofafdruk is nog niet verplicht, maar er ligt wel een wetsvoorstel op tafel dat waarschijnlijk in het najaar opnieuw zal worden besproken.

Nu het resultatenseizoen 2019 ten einde loopt, bekeken we de “emissiecommunicatie” van meer dan 50 grote Belgische bedrijven en de Bel20 (de methodologie wordt uitgelegd onderaan het artikel).

De ranking: Belgische bedrijven en hun communicatie over emissies en koolstofafdruk in 2020

Welke bedrijven communiceren goed over hun koolstofafdruk in 2020? Copyright FINN, 2020

SDG’s als kompas

Bijna alle bedrijven (51 van de 55) nemen duurzaamheid op in hun rapportering. Velen communiceren over dit onderwerp door middel van een specifieke brochure, een duurzaamheidsverslag of een specifiek onderdeel binnen het jaarverslag.

Daarin verwijzen ze vaak naar de 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals of SDG) die door de Verenigde Naties zijn gedefinieerd, met inbegrip van de strijd tegen de opwarming van de aarde.

Communicatie in cijfers: er is nog mist

70% van de bedrijven geeft cijfers over hun uitstoot. Maar vaak blijven deze cijfers onvolledig en betreffen ze bijvoorbeeld alleen bepaalde productie-eenheden, geografische gebieden of dienen ze enkel ter illustratie van geïsoleerde initiatieven binnen de organisatie.

Ook al publiceert twee derde van de grote Belgische bedrijven cijfers over hun koolstofafdruk, amper de helft van hen maakt een nauwkeurige en echt representatieve inschatting. Voor alle anderen is het onmogelijk om echt te achterhalen hoeveel ze uitstoten.

De leemte wordt nog acuter als het gaat om het aangeven van ambities en het communiceren van CO2-reductiedoelstellingen. Er zijn bedrijven die zich onderscheiden met een nauwkeurig rapport. Jammer genoeg communiceert 67% van de grote Belgische bedrijven geen enkel plan of een duidelijk doel voor koolstofreductie dat in harde cijfers is uitgedrukt.

Beursgenoteerde bedrijven tonen de weg

Beursgenoteerde bedrijven presteren beter dan andere bedrijven in onze lijst. Dat komt ongetwijfeld omdat ze een sterkere cultuur van transparantie hebben, maar ook door hun wettelijke verplichtingen om niet-financiële informatie te communiceren. De communicatie is daarbij ook vrij nauwkeurig: ze communiceren minstens over scope 1 en 2 (zie verder), en formuleren hun doelstellingen vrij nauwkeurig. Dat valt ondermeer op bij de zwaargewichten van de Bel20, zoals UCB, Solvay of ABInbev.

Er duiken ook opmerkelijk veel B2C-bedrijven op aan de top van de ranking, waaronder Belfius, Proximus of Telenet. Hier speelt wellicht de grotere aandacht van media en stakeholders, waaronder betrokken consumenten.

Maar er zijn ook enkele industriële spelers aan de kop, zoals Recticel en Bekaert, die een bijzondere inspanning leveren met zowel een koolstofbalans als gekwantificeerde doelstellingen voor de komende jaren.

niet-financiële informatie Barco

De overheid als aandeelhouder garandeert niet noodzakelijkerwijs transparantie

Grote familiebedrijven – en dat zijn er nogal wat in België – doen het minder goed in hun communicatie over hun koolstofafdruk.

Idem voor sommige ondernemingen waarin overheden de belangrijkste aandeelhouders zijn. In de communicatie van Alcopa, Sonaca, VanHool (behalve via de ontwikkeling van milieuvriendelijkere bussen) of Nethys (behalve via de energieactiviteiten van de groep) treffen we geen enkele CO2-rapportage of zelfs maar een verwijzing naar de strijd tegen de klimaatverandering.

Last but not least: in het kader van de Europese regeling voor de handel in emissierechten (ETS) moeten de meest vervuilende industrieën hun uitstoot publiceren.

Sommige sectoren doen dit collectief in het kader van industriële overeenkomsten. In dit verband stellen we vast dat een aantal bedrijven uit meer traditionele sectoren zoals de mijnbouw (Carmeuse, Lhoist, Sibelco) of de chemische industrie (Tessenderlo) duidelijk de voorkeur geven aan discretie en deze informatie niet communiceren.

Tips voor een betere ESG communicatie

1. Wees niet bang voor transparantie

Wat meteen opvalt bij het doornemen van de jaarverslagen, is dat er enorme verschillen zitten in de verslaggeving over koolstofafdruk. Waar sommige bedrijven hun CO2-voetafdruk al tien jaar meten of al aan hun tweede reductieplan toe zijn, lijken andere bedrijven te aarzelen om aan de slag te gaan.

Uiteraard is communicatie over koolstofafdruk – laat staan er actie op nemen – niet iets wat je zomaar improviseert. Maar ook al sta je nog niet waar je wil staan op dat vlak: wees niet bang om daar transparant over te zijn. Laat zien dat de geesten binnen de organisatie rijpen.

Als je nog niet in staat bent om nauwkeurig verslag uit te brengen, leg dan in ieder geval de redenen uit. Vermeld de (alleenstaande) initiatieven die al zijn genomen, en/of verbind die aan een geloofwaardige tijdlijn.

De Port of Antwerp verdient hier een pluim voor eerlijkheid. PoA erkent dat er ondanks de vele inspanningen nog veel werk is op het gebied van emissies. Het somt in zijn duurzaamheidsverslag een hele resem initiatieven op – zonder evenwel een alomvattend plan te communiceren.

2. Veranker je beleid in een duidelijke visie

Een heldere visie op de klimaatfilosofie van een bedrijf vergroot de impact van het verslag op de lezer (of kijker). Dat kan heel beknopt.

Een voorbeeld op dit vlak is Colruyt, dat heel precies zijn milieuvisie uit de doeken doet, een eigen definitie van koolstofneutraliteit formuleert en ook nog communiceert over de geboekte vooruitgang op dit gebied.

3. Alles begint bij juist meten en rekenen

Je kan niet geloofwaardig communiceren over je vooruitgang in koolstofafdruk zonder goed te meten. Toon dat je organisatie de berekeningen en KPIs beheerst voor je communiceert over je cijfers.

Steeds meer bedrijven maken in hun communicatie gebruik van de definitie van de 3 scopes, zoals ontwikkeld door het Greenhouse Gas Protocol, namelijk

  • directe emissies of Scope 1: gegenereerd door eigen activiteiten
  • indirecte emissies Scope 2: energieverbruik
  • indirecte emissies Scope 3: andere aspecten zoals transport, aangekochte producten en diensten of emissies die vrij komen bij het gebruik van hun producten

Wees concreet, betekenisvol en vermijd jargon.

Concepten die de koolstofafdruk, de waardeketen, de omvang van de uitstoot of de energie-efficiëntie combineren, zijn niet noodzakelijkerwijs gemakkelijk te begrijpen.

Licht dus je cijfers voldoende toe.

In welke mate is de evolutie van de uitstoot in het afgelopen jaar in lijn met je ambities, of niet? Wat betekent een vermindering in termen van milieu-effecten concreet? Hoe maken de geleverde inspanningen een verschil in de productieprocessen?

Een belangrijk aspect in het rapporteren over duurzame ontwikkeling is de verbetering van je processen hierrond. Zij vormen immers het kader voor het opstellen van informatie en spelen een cruciale rol voor het verbeteren van de bestuursstructuur van het bedrijf. Wat kun je hierover zeggen?

Barco is in dit opzicht inspirerend. Het bedrijf is zeer duidelijk in de omschrijving van zijn KPI’s en doelstellingen, en spreekt klare taal over ondernomen acties en statusrapporten. Vandemoortele en Colruyt belichten het duurzaamheidsbeleid binnen de groep.

4. Denk aan de menselijke factor

De corona-crisis leerde ons dat de antwoorden op grote uitdagingen komen van organisaties, maar ook van individuen.

Ga dus op zoek naar mensen binnen je organisatie die kunnen getuigen hoe zij in hun dagelijkse werk de koolstofambities van het bedrijf waar maken. Zo geef je de cijfers en ambities een authentiek gezicht.

niet financiële informatie

5. Betrek het topmanagement erbij

Wie anders dan de CEO of de leden van de raad van bestuur om te getuigen van de ambitie van een milieubeleid? Zorg voor een concreet verhaal, wees transparant en authentiek.

niet financiële informatie Ethias

Conclusies

De strijd tegen de corona-epidemie was voor verschillende bedrijven een gelegenheid om hun sociale dimensie zeer concreet te demonstreren en uit te voeren. Proximus, Solvay en andere grote Belgische spelers lieten een sterke indruk na die – op verschillende manieren – een voelbare impact hadden op hun stakeholders – werknemers, aandeelhouders en klanten.

Vandaag wordt er gedebatteerd over de vraag of een groen herstel al dan niet dringend is, maar één ding is zeker: de decarbonisatie van onze economieën is een uitdaging die de komende maanden een nieuwe kans biedt aan bedrijven om zich te onderscheiden in hun communicatie en om hun sociale betrokkenheid te tonen.

Methodologie

We hebben de bedrijven met een Belgische kapitaalbasis bestudeerd, gemeten aan de hand van hun omzet in 2018. Financiële holdings en handelsmaatschappijen uit de steekproef gehaald.

We baseerden ons op de jaarverslagen die werden gepubliceerd voor 8 mei 2020 (zowel financiële als MVO/duurzame ontwikkeling), en op de bedrijfswebsites van deze bedrijven.

De analyse gebeurde aan de hand van 5 objectieve vragen:

  • Geeft het bedrijf blijk van een engagement voor duurzame ontwikkeling en/of presenteert het concrete initiatieven?
  • Wordt er specifiek gerapporteerd over duurzaamheid, inclusief cijfers?
  • Heeft het bedrijf zijn CO2-voetafdruk gepubliceerd, met ondersteunende cijfers?
  • Wat is de reikwijdte van de rapportering (scope 1, 2, 3)?
  • Communiceert het bedrijf duidelijke en gekwantificeerde CO2-reductiedoelstellingen (op groepsniveau)?

Belangrijke noot: het onderzoek heeft als doel te begrijpen hoe bedrijven over hun koolstofafdruk communiceren. We beoordelen dus niet de decarbonisatieambities zelf, de afstemming op de doelstellingen van de akkoorden van Parijs, de keuze van de “metriek” of de geloofwaardigheid van de plannen van de bedrijven.

Lees ons meest recente rapport: “ESG rapporting van Belgische bedrijven, 2022”

Any project in mind?